Limburg

De Limburgse SP-fractie wil dat de provincie duidelijkheid geeft over tientallen beregeningsputten rondom de natuurgebieden Sarsven en De Banen bij Nederweert-Eind.

De provincie verleende de afgelopen aan agrariërs vele malen vergunningen voor waterputten, maar zegt niet te weten wat voor gevolgen dat heeft voor de omliggende natuur. Dit terwijl er wel degelijk onderzoek naar gedaan is. Bovendien geldt er al sinds 1989 een zogenaamde stand-still, waardoor het totaalvolume van opgepompt water niet meer mag stijgen.

SP-Statenlid Rob Janssen wijst er op, dat de genoemde natuurgebieden in het kader van de plattelandsreconstructie in een zogenaamd "extensiveringsgebied" liggen. Dat betekent grofweg, dat de natuur voorrang krijgt t.o.v. landbouw. "Als dat zo is, dan moet je ook zorgen dat de natuur niet verder onder druk komt te staan. De bollenteelt en het oppompen van water bij dat gebied heeft grote invloed op de omliggende natuur.
In de reconstructie draait veel om het maken van keuzes.
Dan moet je ook durven kiezen voor natuur. Zeker als je - zoals in Nederweert - een paar kilometer verderop kiest voor ontwikkeling van de landbouw," aldus Janssen.

De SP stelt de volgende schriftelijke vragen aan het provinciebestuur:

• Is het college op de hoogte van het feit, dat de natuurgebieden Sarsven en De Banen in het kader van de plattelandsreconstructie een zogenaamd "extensiveringsgebied" liggen (Themakaart 1.5, zonering intensieve veehouderij), en er bovendien een Habitat-richtlijn voor het gebied geldt?

• Deelt het college de mening van de SP, dat - o.a. met het oog op legitimatie, beeldvorming en draagvlak t.a.v. de reconstructie - juist voor zulke extensiveringsgebieden duidelijkheid moet bestaan wat betreft natuurwaarden, temeer daar in de regio Weert/Nederweert meerdere zgn. landbouwontwikkelingsgebieden liggen?

• Hoe valt het onlangs door de Raad van State vastgestelde "gebrek aan kennis over waterputten rond Peel"(Dagblad De Limburger, 14 augustus 2004) aan de kant van de provincie te rijmen met het voorhanden zijn van een SIMGRO-studie naar de gevolgen van de beregening van landbouwgronden met grondwater in deze gebieden?

• Klopt het, dat de provincie tegenover de Raad van State te kennen heeft gegeven niet op de hoogte te zijn van de noodzaak van een Natuurbeschermingswetvergunning voor de putten? Zo ja, hoe valt het dan te verklaren dat de provincie de bedrijven in kwestie eerder per brief verzocht om een vergunning aan te vragen?

• Weet het college, dat er naast het slaan van beregeningsputten nog andere negatieve gevolgen van de op de opgenoemde percelen bedreven teelten (o.a. bollenteelt) bestaan op deze percelen; namelijk drainage en verhoogd bestrijdingsmiddelengebruik? Zo ja, deelt het college de mening van de SP dat dan extra waakzaamheid geboden is?

• Weet het college dat percelen waar bollen gekweekt worden meestal binnen een jaar vrij zijn van weidevogels, dassen etc? Zo ja, deelt het college de mening van de SP dat extra waakzaamheid geboden is?

• Deelt het college de mening van de SP, dat zaken als evenwichtige waterhuishouding en behoud van flora en fauna juist in extensiveringsgebieden solide geregeld zouden moeten zijn?

• Onderschrijft het college de noodzaak voor snelle duidelijkheid omtrent deze problematiek, temeer daar er een Kaderrichtlijn Water op komst is?