h

Cultuur is de ziel van het volk

9 december 2010

Cultuur is de ziel van het volk

De overheid dient zich niet te bemoeien met kunst en cultuur. Of moet kunst en cultuur aan een leiband? Dient de overheid zich niet eerder in te spannen om de paden te plaveien voor de door muzen gedreven creatieve burgers en tempels te bouwen om het volk te laten meegenieten? Of vergaat het de kunst en cultuur net zo als Wikileaks? Geen openheid maar gesloten bolwerken van waaruit de overheid lijkt te willen bepalen wat goed is voor de mensch.

Door SP Statenlid Daan Prevoo

“Er dient een nieuwe ordening te komen”: schreeuwt Staatssecretaris van cultuur Halbe Zijlstra. Waar hebben we dat eerder gehoord? Ooit werd een instituut ingesteld, waar iedereen die het vak van kunstenaar, schrijver, muzikant of podiumartiest wilde uitoefenen, zich bij diende aan te melden. Wie zonder toestemming toch artistieke arbeid verrichtte riskeerde omgerekend naar de waarde in 2010 een boete van 30.000 euro.

Deze echo lijkt nu weer door te klinken in het bezuinigingsbeleid van het nieuwe kabinet. Er moet 220 miljoen euro bezuinigd worden op kunst en cultuur. Een onevenredige bezuiniging die vele malen groter is dan de bezuinigingen in andere sectoren. Met verbijstering heb ik naar het betoog van de Staatssecretaris voor cultuur geluisterd die afgelopen maandag bij Pauw en Witteman zijn plannen ontvouwde.

Sinds Thorbecke was het Nederlands overheidsbeleid gericht op diens uitspraak: “Kunst is geen regeringszaak”. Dit kabinet gaat zich weer volop bemoeien met kunst en cultuur. Niet door te bezuinigen! Ik deel de mening dat ook de cultuursector een bijdrage dient te leveren aan de huidige financiële crisis. Ik beschuldig echter het beleid van deze VVD-CDA-PVV coalitie van genadeloos opportunisme. De bezuiniging wordt immers aangegrepen om de cultuursector te ordenen, nieuwe regels te vervaardigen.

In plaats van met de sector in gesprek te gaan om te kijken waar het met wat minder zou kunnen kondigt Halbe Zijlstra (VVD) een reeks van maatregelen aan die willekeurig gekozen zijn. Het kabinet zet in op een snel wetgevend traject dat in 2014 van kracht dient te gaan. Die tijd is dan ook nodig om inderdaad via de Eerste Kamer de wetgeving voor kunst en cultuur te kunnen wijzigen. En daarmee omhelst hij een dirigerend beleid waarbij de regering bepaalt wat wel en niet toegestaan is in kunst en cultuur. Staat het niet subsidiëren immers dan niet gelijk aan een niet toegestane of gewenste vorm van kunst of cultuur? Zijn betoog schets hij met tekenende voorbeelden die menig cultuurhart zal doen verkrampen.

De culturele sector zal zich moeten onderwerpen aan een aantal regels die zowel kwantitatief als kwalitatief gelden. Zo noemt hij: “culturele instellingen worden beoordeeld op hun succes, hoe groter het publiek hoe groter de kans op subsidie”. Daar komt bij dat hetgeen geleverd wordt een nationale en internationale allure dient te bezitten en dat de cultuurinstellingen in staat moeten zijn kapitaal binnen te halen. Alsof het een bank is! Aansluitend zegt hij: “lokaal opgegraven potten en pannen hoeven niet meer te rekenen op subsidie en zo doorgaan is ongezond voor de culturele sector”. Hoe zit het nu precies? Beseffen wij als burgers wel wat ons boven het hoofd hangt? Een groot deel van de bibliotheken wordt gesloten, de helft van alle muziekscholen verdwijnt en het cultuurhistorisch erfgoed, onder andere de opgegraven potten en pannen, kan beter onder de grond blijven.

Daarnaast worden de kaartjes voor musea, festivals en concerten ook nog 13% duurder.

Hij noemde Marco Borsato als voorbeeld voor succesvol cultuurbeleid. Immers, volle stadions behoeven geen subsidie. Hoe zit het dan met kleinschalige cultuur die niet bedoeld is om massa’s volk te bekoren maar ingegeven door een fijnbesnaard hart? Hoe zit het dan met de vernieuwende kunst? De drang van kinderen om zich te ontwikkelen in kunst en cultuur? Hoe gaat het met de podiumkunsten die niet onder de commerciële ‘entertainmentindustrie’ vallen zoals klassieke concerten of intieme theatervoorstellingen?

Cultuur is de ziel van een volk en dit kabinet wil het doelbewust laten verschralen tot een door de overheid bepaalde eenheidsworst gedreven door een beperkende ideologie met als kenmerken: uitbannen van cultuurhistorisch besef, uitbannen van alle ontaarde, ongezonde, onnatuurlijke creativiteit en een absoluut positief-commerciële houding. Misschien is het beboeten van kunstenaars en cultuurmakers die de ziel van het volk vertalen in prachtige kunst, muziek en poëzie, een idee om het kapitaal te spekken?

Dit artikel is woensdag 8 december verschenen in de Limburgse kranten.

U bent hier