h

Cultuur volgend slachtoffer marktwerking

22 februari 2008

Cultuur volgend slachtoffer marktwerking

Dat de SP fel tegenstander is van marktwerking binnen sectoren die de pijlers van onze verzorgingsstaat en sociaal-maatschappelijk stelsel vormen mag duidelijk zijn. Naast het openbaar vervoer en de zorg dreigt nu de cultuursector het slachtoffer te worden. De huidige regering blijft verantwoordelijkheden uit handen geven en geeft de marktwerking destructief ruim baan.

Als volgende is de cultuursector aan de beurt. Volgend jaar wordt een nieuw kunstplan 2009-2012 ingevoerd. In het nieuwe kunstplan verandert met name de subsidiesystematiek. Cultuurinstellingen als musea, podia en theaters dienen dan bij landelijke fondsen aan te kloppen voor overheidssteun. Hierin schuilt niet alleen het gevaar dat met name de randstad en de grootstedelijke gebieden bedeeld zullen worden. Uit onderzoek is al gebleken dat een groot deel naar de regio Amsterdam zal gaan en dat een onevenredig deel is toebedeeld aan het zuiden. Bezuinigen in cultuur werken grootschalige verschraling in de hand. De meest commercieel succesvolle (cultuur)ondernemers krijgen steeds meer invloed op het aanbod…alles moet groter, glamoureuzer, massaler en vooral mega! De commerciële televisie is een goed voorbeeld van de wansmaak die daaruit kan groeien.

In Dagblad De Limburger d.d. 01 februari 2008 kondigt de Commissie Cultuurprofijt in opdracht van PvdA-minister Ronald Plasterk van Cultuur aan dat gesubsidieerde culturele instellingen zoals musea en theatergezelschappen een hoger minimum percentage van hun begroting zelf moeten zien te verdienen. Voor de podiumkunsten kondigt deze commissie zelfs een norm tussen 20 en 25 procent aan. De minister stelt dat cultuurinstellingen en cultuurmakers “meer hun eigen broek moeten ophouden”. Om dit te stimuleren bezuinigd de minister in de nieuwe kunstplanperiode vanaf 2009 maar liefst 10 miljoen euro per jaar, dit is 40 miljoen euro over de hele cyclus van 2009-2012. De minister stelt dat de cultuurinstellingen “meer eigen inkomsten moeten binnenhalen” door een betere marketing, meer sponsorgelden binnenhalen en een gewijzigd prijsbeleid. Onder het mom van cultureel ondernemerschap worden cultuurinstellingen gedwongen om commerciëler te gaan werken en dus om meer inkomsten te genereren. Dit impliceert dat zowel actieve deelname als het consumeren van het cultuuraanbod duurder en dus ontoegankelijker wordt. Hiermee is cultuur niet meer voor iedereen toegankelijk, voor zover dat al zo was. Voor het stimuleren van het zogenaamde culturele ondernemerschap wilt Plasterk 15 miljoen investeren. Een sigaar uit eigen doos dus. Op welke wijze het cultureel ondernemerschap wordt gesteund is vooralsnog onduidelijk. Wat betekent dit in de praktijk: entreekaartjes worden duurder, bijdragen voor muziekonderwijs gaan omhoog, prijzen van een drankje en een hapje gaan omhoog, het aantal voorstellingen zal afnemen en de kwaliteit wordt middelmatiger. Het wordt meer van hetzelfde. Het succes van culturele producties wordt niet langer op kwaliteit gemeten maar op het commerciële succes. Een ontwikkeling die gekeerd dient te worden!
De SP pleit bijvoorbeeld al jaren voor gratis museumbezoek voor jongeren. Cultuurparticipatie en - bezoek dient gemeengoed te zijn. Cultuur is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen én volwassenen. Cultuur draagt bij tot bewustzijn, engagement, welzijn en is wel degelijk een belangrijke economische factor. Uit een onderzoek in Groningen is gebleken dat elke in cultuur geïnvesteerde euro in zevenvoud terugkomt.

De statenfractie van de SP maakt zich ernstige zorgen over deze ontwikkeling. De SP is van mening dat cultuur voor iedereen bereikbaar en betaalbaar moet zijn! Met name voor de culturele vorming van kinderen en het algemene vestigingsklimaat van jongeren, hoger opgeleiden en bedrijven is een kwantitatief en kwalitatief cultuuraanbod noodzakelijk. Daarnaast zal door dit beleid een kaalslag plaatsvinden door platte commerciële concurrentie binnen onze cultuursector. Het zal sociaal-maatschappelijke verschuivingen veroorzaken en gevolgen hebben voor de werkgelegenheid van professionals en de vele vrijwilligers in deze sector in Limburg.

U bent hier