h

Op weg naar een dekkend toezicht in de jeugdzorg

14 oktober 2005

Op weg naar een dekkend toezicht in de jeugdzorg

De uitvoering van de Wet op de Jeugdzorg is een van de voornaamste verantwoordelijkheden en begrotingsposten van de provincie Limburg. Dit is niet vreemd want het investeren in het welzijn van Limburgse kinderen en jongeren is een belangrijke investering in de toekomst van ons allen.

De Provincie pakt deze maatschappelijke taak ambitieus en serieus op. Naast een beleidsmatige taak heeft de provincie eveneens taken op het gebied van handhaving en toezicht.
Ten aanzien van deze taak is er sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor het toetsen van de geleverde zorgkwaliteit is een taak van de Landelijke Inspectie Jeugdzorg. De inhoudelijke toetsing op het gebied van de bedrijfsvoering ligt bij de provincies. De provincie Limburg pakt deze taak op door middel van kwartaaloverleggen en -rapportages alsmede accountantsverklaringen, en treedt daar waar nodig, handhavend op. Deze wijze van toezicht is te classificeren als reactief toezicht.

Dat de uitvoering, ondanks goede bedoelingen en voornemens, soms anders loopt dan gepland en verwacht, komt duidelijk naar voren uit de recente en tamelijk onverwachte knelpunten in de bedrijfsvoeringen en begrotingen van Xonar en Rubicon (beide zorgverleners). Deze knelpunten vormen voor fracties van de SP en het CDA een punt van zorg dat continue aandacht verdient. De SP en het CDA willen het ontstaan van dergelijke scenario's in de toekomst zoveel mogelijk voor zijn.
Dat is in het belang van de jeugdzorg zelf.

Om de Provincie invulling te kunnen geven aan een vorm van actief toezicht, is in de Wet op de Jeugdzorg artikel 48 opgenomen. Dit artikel kent de provincie tamelijk vergaande bevoegdheden toe ten aanzien van het toezicht op de bedrijfsvoering zoals bijvoorbeeld dossiervorming, doorlooptijden, wachttijden, productieafspraken et cetera
(i.c. de administratieve organisatie) te kunnen monitoren.
Let wel: het betreft hier geen toezicht op de uitvoering van de kwaliteit van de zorg van de individuele gevallen. Van artikel 48 of een andere vorm van actief toezicht wordt thans geen gebruik gemaakt. Het ligt in de bedoeling van de SP en het CDA om deze vorm van toezicht structureel op te pakken, door met behulp van externen periodiek de betrokken instellingen te visiteren waarbij verslag wordt opgemaakt van de kwaliteit van de bedrijfsvoering.

Eerder bleek de externe visitatiecommissie in het kader van het programma 'Aanval op de wachtlijsten' erg succesvol.
Hieruit zijn relevante feiten en denkwijzen naar voren gekomen die thans geïmplementeerd zijn/worden in het beleid van de instellingen. Deze wijze van actief toezicht respecteert tevens de afstand die er tussen instellingen en de provincie moet zijn. Voorts biedt deze optie voor GS de mogelijkheid beter en effectiever handhavend op te treden. Tevens kan het periodiek visiteren van de instellingen het huidige gemis aan een vorm van actief toezicht op het terrein van de bedrijfsvoeringopvullen.

Om die reden leggen wij u de onderhavige motie voor:

Constaterende dat:
• Periodiek toezicht plaatsvindt op de kwaliteit van het primaire
proces in de jeugdzorg;
• De Inspectie Jeugdzorg deze kwaliteit toetst op basis van
actief toezicht;
• De uitkomsten van de toezichtonderzoeken Gedeputeerde
Staten de mogelijkheid geven handhavend op te treden;
• Er geen actief toezicht plaatsvindt op de kwaliteit van de
bedrijfsvoering binnen de jeugdzorg;
• De kwaliteit van bedrijfsvoering op gezette momenten te
wensen overlaat blijkens de problemen die onder andere bij
Xonar en Rubicon zijn ontstaan;

Overwegende dat:
• Het nodig is toezicht op de jeugdzorg sluitend te maken;
• Niet is voorzien in een actief toezicht op de kwaliteit van de
bedrijfsvoering in de jeugdzorg;
• De Wet op de Jeugdzorg (artikel 48) provincies de
mogelijkheid biedt hierin te voorzien;
• De Provincie Limburg van de ruimte die artikel 48 biedt
vooralsnog geen gebruik heeft gemaakt;
• Actief toezicht de mogelijkheden voor handhaving verruimt.

Verzoeken het college van Gedeputeerde Staten om:
• Een externe visitatiecommissie in te stellen die is
samengesteld uit drie personen; één persoon benoemd door
de vier jeugdzorginstellingen, één persoon benoemd door GS.
Deze beide personen benoemen gezamenlijk een voorzitter.
Deze externe visitatiecommissie visiteert in 2006 de vier
jeugdzorginstellingen
• Deze visitaties zijn gericht op de kwaliteit van de
bedrijfsvoering ( management, organisatie, financieel beheer
etc.) binnen de instellingen.
• Deze visitatiecommissie draagt er zorg voor dat de visitatie zo
min mogelijk bureaucratie vraagt bij de instellingen.
• Deze visitatiecommissie rapporteert haar bevindingen, na
afronding van de visitaties, aan Gedupeerde Staten en aan
Provinciale Staten.
• Deze wijze van actief toezicht eind 2006 te evalueren.
• Deze wijze van actief toezicht op te nemen in het
Uitvoeringsplan Jeugdzorg Limburg 2006 en aanpalende
beleidsdocumenten op het gebied van Jeugdzorg.

En gaan over tot de orde van de dag.

Felix van Ballegooij (SP) Joke Prevoo -van den Heuvel (CDA)

U bent hier