h

Inbreng SP tijdens de Voorjaarsnota 2005

20 mei 2005

Inbreng SP tijdens de Voorjaarsnota 2005

Om te beginnen viel ons het gebruik van een tweetal termen op.
De eerste is de term welbevinden. Deze is schijnbaar de meer objectievere term welzijn gaan vervangen. De SP is van mening dat de overheid voorwaarden moet scheppen voor welzijn van allen. Het gewenste niveau van welzijn dient, dan aan de hand van een aantal objectieve criteria, te worden vastgesteld.

Welbevinden is een meer subjectieve ervaring en is, bij gelijkblijven van de objectieve vast te stellen situatie, te beinvloeden. De SP pleit er dan ook voor om voortaan weer te spreken van welzijn, of althans te verklaren dat wanneer sprake is van welbevinden hiermee het objectief vast te stellen welzijn bedoeld wordt.
Verder komt in de stukken het begrip hoogwaardig personeel voor. Deze term wordt expliciet gebruikt wanneer er sprake is van het realiseren van een aantrekkelijk, hoogwaardig en duurzaam vestigingsklimaat. Naar mening van de SP dient een overheid inn principe te streven naar een aangenaam leefklimaat voor allen en zo er al een uitzondering wordt gemaakt dient dat voor de zwakkeren in de samenleving te zijn. Wanneer hoogwaardig personeel zich ergens vestigt stijgt weliswaar het gemiddeld welvaartsniveau ter plaatse, maar in hoeverre dat van invloed is op de van origine ter plaatse wonende bevolking is nog maar de vraag.
Of gaat u er nog steeds van uit dat als u het paard maar genoeg haver geeft er ook wel wat over zal blijven voor de mussen. Navraag bij vogelaars heeft mij geleerd dat mussen liever pinda's eten, dus beter kunt u rechtstreeks iets doen voor de mussen wanneer u hun situatie wilt verbeteren.

Alvorens op enkele zaken in te gaan die er voor de SP werkelijk toe doen in Limburg en die sterk onderbelicht blijven, eerst nog iets over de algehele teneur van de voorjaarsnota en daarbij is een felicitatie aan gedeputeerde Eurlings wel op zijn plaats.
Hij is dan weliswaar geen CdK geworden, maar zijn invloed op het beleid is er niet minder om. Economie, economie en nog eens economie is het wat de klok slaat en daar wordt naar mening van de SP door de andere gedeputeerden te veel aan tegemoet gekomen.
Economie is belangrijk, daar kan ook de SP niet omheen, maar daarnaast mag een betere verdeling van de welvaart en het verkleinen van de kloof tussen arm en rijk niet onder belicht blijven. Wat dat betreft dient het economisch beleid dan ook te richten op de onderkant van de samenleving en op die regio's die het meest te leiden hebben van de economische recessie. In dat kader ondersteunen wij dan ook het verzoek van Heerlen/Parkstad voor vestiging het nieuwe diensonderdeel toeslagen van de belasting aldaar.

Dan de vergrijzing. Een groot doel. Het is toch mooi om oud te kunnen worden. Tenminste als dat kan in zelfstandigheid en zonder gebreken en voor zover de gebreken zich toch mogen voordoen als er een goede menswaardige zorg geboden wordt.
Bij die goede zorg kan domotica zeker een rol spelen. Maar er moet meer zijn dan alleen handeltjes en knoppen richting levenseinde, meer dan op de automatische piloot tot aan de dood. Een goede zorg is voor de SP met name ook een zorg voor en door mensen. Vereenzaming hangt menig oudere als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Wat heb je aan een knop waar mee je automatisch op afstand de deur kunt openen, als er nooit iemand voor die deur staat.
Op dit gebied dreigt er een verdere tweedeling in de samenleving tussen degenen die zich alle mogelijke vormen van zorg kunnen veroorloven en degenen die hier van verstoken blijven. Niet alleen op het punt van de senioreneconomie maar zeker op het punt van het bereikbaar houden van voorzieningen en hulp voor allen voor wie dat noodzakelijk is, ziet de SP een taak voor de provincie.

En in relatie hiermee kom ik op een punt dat de SP wel als een probleem ziet de ontgroening. Om te komen tot een menswaardige zorg zal er in de toekomst, en die toekomst is niet zo ver meer van ons verwijderd, voldoende instroom in de verzorgende beroepen moeten zijn. Met andere woorden de ontgroening in Limburg moet worden tegen gegaan en er moet met name een toestroom richting verzorgende beroepen op gang te komen. Zeker daar de senioreneconomie de nodige menskracht opeist en daardoor dreigt dat de minder draagkrachtigen die op zorg zijn aangewezen daarvan verstoken blijven.
In de toekomst dient een juiste zorg voor iedereen beschikbaar te zijn en niet alleen voor degenen die er voldoende voor kunnen betalen. Geen tweedeling in de zorg en zeker daar niet waar het ouderen betreft. En onder een voldoende zorg verstaat de SP, zoals u inmiddels begrepen zult hebben een menselijke zorg een zorg door mensen voor mensen, of zo u wilt een zorg van jong voor oud.
Wij verzoeken het college dan ook om, rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen als vergrijzing en ontgroening, maar ook ontwikkelingen op het gebied van gezondheid en gezondheidszorg en natuurlijk ook allerlei technische ontwikkelingen, te onderzoeken hoeveel werkenden, kwantitatief en kwalitatief, er in de toekomst,
per regio in Limburg, noodzakelijk zijn om een voor iedereen bereikbare menswaardige zorg in stand te houden en daar al naar gelang de uitkomsten beleid op in te zetten.
Graag een reactie hierop.

Vervolgens een tweetal zaken betreffende jongeren.
Op vele provinciale terreinen speelt handhaving en toezicht een prominente rol.
Dit heeft tot gevolg dat regels nadrukkelijker in acht worden genomen en er zicht is op de effectiviteit van beleid.
Controle vindt binnen de jeugdzorg thans plaats door de landelijke inspectie jeugdzorg. Deze inspectie stelt ieder jaar in haar controle een aandachtspunt centraal, een systematiek vergelijkbaar met de wijze van controleren van de belastingdienst. Recent betrof dit aandachtspunt van de inspectie jeugdzorg de hulpverleningsplannen die door de uitvoeringsinstellingen worden vastgesteld. Door de inspectiedienst werd een aanzienlijk aantal onregelmatigheden vastgesteld. Dat zet de nodige vraagtekens bij de naleving van de overeengekomen zorgnormen.
Daar de landelijke inspectiedienst jeugdzorg over onvoldoende capaciteit beschikt om frequent effectieve inspecties te verrichten, biedt de vigerende regelgeving de mogelijkheid voor provinciale inspectiemogelijkheden. Zo behoort het benoemen van een ambtelijk medewerker handhaving en toezicht jeugdzorg tot de mogelijkheden van de provincie. In Limburg wordt deze mogelijkheid niet benut.
Het aanstellen van een dergelijk ambtenaar is volgens de SP echter wel wenselijk. Dit mede gelet op het feit dat de provincie de zorg financiert maar slechts op zeer beperkte wijze invloed kan uitoefenen op de kwaliteit die geleverd kan worden. De noodzaak van controle wordt naar de toekomst toe alleen nog maar groter met het oog op de invoering van het expiriment persoonsvolgende budgetten jeugdzorg en de daaraan verbonden kleinschalige werking marktwerking in de jeugdzorg..
Voorstel van de SP is is dan ook het aanstellen van een provinciaal inspecteur jeugdzorg, voorlopig ter grootte van een half fte en voor de periode van twee jaar. Deze inspecteur zal, in overleg met met het cluster zorg, de prioritering bepalen van de te onderzoeken terreinen jeugdzorg. Graag een reactie hierop.

Zoals uit het eerste deel van mijn betoog duidelijk moge zijn, zijn in de toekomst alle jongeren in Limburg hard nodig.
Ook jongeren die in het jeugdzorgcircuit terecht komen.
Ook vanuit dat oogpunt is een juiste behandelwijze noodzakelijk en daarvoor is, naar mening van de SP, inspectie onontbeerlijk.

Dan het tweede punt betreffende jongeren of misschien kan ik beter zeggen betreffende vergroening.
Wil de provincie jongeren aantrekken en behouden dan is een belangrijke voorwaarde dat er ook voldoende huisvesting voor deze jongeren aanwezig is. Woningen voor jonge starters bieden gezien de financiele armslag van vele jongeren geen soelaas. Vraag is overigens in hoeverre starterswoningen ook daadwerkelijk door starters bewoond worden en voor zover dat wel het geval is in hoeverre die starters dat lang zullen kunnen bolwerken.
De behoefte aan veel goedkopere woonruimte is groot en die woonruimte is ook voor handen. Gezien de fysieke gesteldheid van het overgrote deel van de jongeren, hoeft deze woonruimte ook niet aan al te hoge eisen te voldoen, te meer daar hun eerste woonruimte door jongeren vaak als tijdelijk wordt gezien.
En dan komen we op het punt dat wij vorig jaar ook al eens hebben ingebracht. Vele bedrijfsgebouwen staan leeg, al dan niet wachtend op een nieuwe bestemming. Veel van deze gebouwen zijn ook voor bewoning geschikt, of op eenvoudige wijze voor bewoning geschikt te maken, bijvoorbeeld door het plaatsen van een mobiele natte cel.
Het mes snijdt zo aan twee kanten. Jongeren worden voorzien van goedkope huisvesting, leegstaande panden worden bewoond en dus wordt verpaupering en kraken tegen gegaan en wijken en buurten worden verlevendigd.
Jongeren kunnen niet alleen fysiek wel een stootje hebben maar ook hun mobiliteit is groot. Behoefte aan een huurcontract is er dan ook vaak niet. Volstaan kan worden met een contractueel vastgelegde gebruiksvergoeding, hetgeen voor de eigenaar/beheerder de mogelijkheid biedt het pand snel leeg opgeleverd te krijgen.
Bij deze doen wij een dringend beroep op de staten om ons te steunen in onze plannen en het college op te dragen nu eindelijk eens werk te gaan maken van het beschikbaar krijgen van leegstaande gebouwen voor jongerenhuisvesting. Graag een reactie.

Om misverstanden te voorkomen tot slot nog enige aanvullende opmerkingen met betrekking huisvesting.
De SP ziet voornoemde vorm van huisvesting niet als de ultime oplossing van de nood aan goedkope woonruimte. Deze wijze van wonen is niet voor alle groepen op de woningmarkt geschikt en voor de groepen die er wel mee vooruit kunnen is dit vaak maar tijdelijk. Het is echter wel een hoogst noodzakelijke en welkome aanvulling.
Met het gebruik van leegstaande gebouwen als woonruimte is nog lang niet voorzien in de woningbehoefte in Limburg. Daarnaast dient in het goedkope segment van de woningmarkt sowieso veel en veel meer gebouwd, verbouwd en aangepast te worden.


MOTIE

Provinciale Staten van Limburg in vergadering bijeen te Maastricht op 20 mei 2005

Overwegende dat

Zich in de toekomst een ontwikkeling van vergrijzing en ontgroening zal voordoen in Limburg
Dat voor het bieden een menswaardige zorg, ook in de toekomst, voldoende menskracht nodig zal zijn
De autonome ontwikkeling van de ontgroening tot problemen zal leiden bij het op peil brengen van het personeelsbestand in de zorg

Dragen Gedeputeerde Staten op

Rekening houdend met factoren als toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot gezondheid en gezondheidszorg, technische ontwikkelingen en andere van belang zijnde zaken, een onderzoek te doen naar de in de toekomst noodzakelijke personeelssterkte in de zorg, kwantitatief, kwalitatief en naar regio en bij de constatering van tekorten beleid te ontwikkelen zo dat ook in een tijd van verdergaande vergrijzing en ontgroening een menswaardige zorg geboden kan worden.

U bent hier