h

Vervangende werkgelegenheid noodzakelijk

20 oktober 2004

Vervangende werkgelegenheid noodzakelijk

Opgetogen gezichten, onlangs, in
Den Haag van Limburgse bestuurders. De regering Balkenende "denkt" ook aan Limburg als het om de toekomstige economische ontwikkeling van het zuiden gaat. Ondertussen dreigen enkele duizenden arbeidsplaatsen in Zuid-Limburg te verdwijnen doordat bedrijven en instellingen het voor gezien houden of reorganiseren. "Voor al de mensen die hierdoor werkloos dreigen te worden moet er nu wat gebeuren", aldus SP Tweede-Kamerlid Jan de Wit uit Heerlen.

Het gaat niet goed met de werkgelegenheid in Limburg.
Bijna dagelijks staan in de kranten de nodige onheilstijdingen te lezen. Even wat cijfers onder elkaar over de arbeidsplaatsen die dreigen te verdwijnen in onze provincie:

• DSM 500 tot 1000 arbeidsplaatsen, ENCI 270, NedCar 900, Sony Heerlen 135, Nestlé 70, Paper (papierfabriek) 100,
DSM Venlo 60.
• Bij het CBS en het ABP wordt ook gesproken over inkrimping. Bij het UWV in onze regio staan zo'n 1000 arbeidsplaatsen op de tocht (landelijk verdwijnen er bij het UWV in totaal zo'n 9000 plaatsen).

Kortom, alles bij elkaar spreken we over enkele duizenden arbeidsplaatsen die gevaar lopen op dit moment. En dus is de werkgelegenheid van minstens evenzovele mensen in het geding. Nu houdt het kabinet Balkenende zich natuurlijk ook bezig met de werkgelegenheid. Maar het kiest ( in de nota "Pieken in de delta") voor enkele speerpunten waar de verschillende regio's in ons land zich op moeten richten. Voor het zuiden denkt het kabinet aan "toptechnologie". Lees je het verhaal van het kabinet goed dan verstaat het onder het zuiden vooral zuid-oost Brabant. Het is daarom goed dat dankzij de Limburgse lobby het kabinet inmiddels ook Limburg hierbij betrekt. De vraag rijst wel of en zo ja, wie er in Limburg nu van die toptechnologie zal gaan profiteren. Gooit niet vooral Eindhoven (daar ligt al een hele high tech-campus klaar) hoge ogen? En zal niet veeleer Maastricht een grote kans maken? Met andere woorden zal toptechnologie niet aan de Westelijke maar zeker aan de Oostelijke Mijnstreek voorbijgaan?
Als die toptechnologie al een succes wordt dan zal dat hoogstens op de lange termijn zijn, terwijl hier en nu de situatie ronduit nijpend is.

De vraag is dan ook wat er moet gebeuren op de korte termijn. Natuurlijk zijn de gemeentelijke en provinciale bestuurders degenen die samen met het bedrijfsleven in eerste instantie een visie moeten ontwikkelen op de toekomstige werkgelegenheid in onze provincie om vervolgens daarop hun plannen af te stemmen. In dit verband is interessant hetgeen Parkstad Limburg in het rapport "Op hete kolen" heeft geschreven over de kansrijke mogelijkheden voor onze regio. Maar juist tegen de historische achtergrond van onze streek heeft ook de nationale overheid een speciale verantwoordelijkheid voor Limburg. Als compensatie voor de sluiting van de mijnen kreeg het zuiden destijds met steun van de overheid vervangende werkgelegenheid, met name in de dienstensector (het ABP en het CBS). Van de regering mag daarom verwacht worden dat zij zich mede verantwoordelijk voelt voor de thans ontstane situatie en zorgdraagt voor vervangende werkgelegenheid als die bij het CBS, het ABP en het UWV gaat verdwijnen. Dan moeten we niet alleen denken aan investeringen in de zorg. Zeker, de vergrijzing komt er aan. Maar ook voor jongeren moet het weer aantrekkelijk worden om hier te werken. Veel jongeren trekken al jarenlang weg uit Limburg. Voor hen is het onderwijs belangrijk. Veel studies kunnen hier niet gevolgd worden en dus ontbreken daaraan verbonden bedrijven en instellingen.
Op dat gebied van onderwijs kan de overheid zeker een belangrijke rol spelen. De nood is hoog. Laten we met z'n aan de slag gaan dan blijft Limburg de mooiste provincie om in te wonen en te werken.

Jan de Wit
Tweede-Kamerlid voor de SP

Bron: De Limburgse

U bent hier