Personeel LBT niet in de kou laten staan
Personeel LBT niet in de kou laten staan
De SP-fractie in Provinciale Staten van Limburg wil opheldering van Gedeputeerde Staten over de positie van het ontslagen personeel van het Limburgs Bureau voor Toerisme (LBT) en de Vakantieboekingscentrale (VBC). De partij vindt, dat de liquidatie van beide niet afgerond kan worden voordat duidelijkheid bestaat over het lot van het personeel. Statenlid Leny Eijssen zal dat komende week in de commissievergadering aan de orde stellen.
Uit provinciale stukken blijkt onder meer, dat het CWI (Centrum voor Werk en inkomen) in het midden laat bij wie de betrokken werknemers eigenlijk in dienst zijn. De constructie van een stichting in combinatie met vier onderliggende bv's leidt tot grote onduidelijkheid over de vraag wie werkgever is. Het CWI heeft, getuige de provinciale LBT-eindrapportage, "bij het toekennen van de ontslagvergunning in het midden gelaten of de betrokken werknemers in dienst zijn van de stichting of de BV Vakantieboekingscentrale". Dit leidt onder meer tot "enige rechtsonzekerheid", aldus de rapportage.
De SP vindt het onacceptabel, dat de werknemers het kennelijk zelf maar moeten uitzoeken. "Als het CWI al niet eens weet bij wie zij in dienst zijn; hoe moet het personeel dan weten bij wie het moet aankloppen?", vraagt Leny Eijssen zich af.
"De provincie mag geen besluit nemen over eventuele nieuwe plannen voor toeristisch beleid, zolang er voor die werknemers niet duidelijk is tegen wie ze gerechtelijke stappen moeten ondernemen. Nog beter is als het provinciebestuur haar morele verantwoordelijkheid neemt en deze kwestie netjes afhandelt. GS had namelijk wél 258.784 euro extra over voor het afdekken van de tekorten van het LBT. Dan kun je het personeel toch ook niet in de kou laten staan," vindt Eijssen.
- Zie ook:
- Werkgelegenheid