h

Ethiek boven retoriek

17 januari 2012

Ethiek boven retoriek

De afgelopen week is er heel wat commotie ontstaan door uitlatingen van enkele volksvertegenwoordigers die hun opvattingen het liefst verpakken in een kort twitterbericht of die door uitgelekte e-mailberichten publiek bekend worden. Daar waar de een de grenzen van het fatsoen doelgericht en loepzuiver weet te ontwijken valt een ander, die niet zo’n begenadigd koorddanser blijkt, in zijn eigen zwaard. Het gebruik van zorgvuldig gekozen oneliners en korte persverklaringen lijkt door de anti-Islampartij inmiddels tot ware partijdiscipline te zijn verheven.

Nog steeds vind ik het onbegrijpelijk, dat een intelligent politicus én volksvertegenwoordiger als Geert Wilders op geen enkele wijze een openlijk gesprek of debat aangaat. Zijn Limburgse evenbeeld Laurence Stassen probeert zijn voorbeeld te volgen door vooral niets te zeggen en voortdurend te eindigen met haar mantra: “dat zijn uw woorden, niet de mijne”. Is dat niet juist de essentie? Het zijn echter niet mijn woorden! De woord- en taalkeuze, en dan niet alleen die van onze volksvertegenwoordigers, hebben een groter effect op de wijze waarop wij met elkaar omgaan dan wij beseffen. Deert het de aanhang van Wilders niet dat hij, noch zijn handlangers Bosman of Stassen op geen enkele wijze verantwoording af leggen over woorden als ‘Haatpaleis’, ‘Kopvoddentax’, ‘Islamitisch stemvee’ of ‘uitgekotst stuk halalvlees’?

Het kwetsen van een ander lijkt eerder een lachwekkend gemeengoed te worden, is altijd weer goed voor een reeks flauwe of beledigende moppen en wordt steeds vaker als heersende moraal weggewuifd zolang het maar voor enige opschudding zorgt. Men is zich er nauwelijks of vaak helemaal niet bewust van wat de aaneengerijgde woorden in deze context betekenen. Met name de volksvertegenwoordiging zou toch ethiek boven retoriek moeten stellen? Vormen deze aan een ideologie gebonden scheldwoorden niet een beschadigend arsenaal van kreten die als torpedo’s op onze samenleving worden afgeschoten en daarmee de toon zetten voor onze intolerantie en normvervaging?

Wordt het niet hoogste tijd het tij nu te keren? Ook het kwetsende en vunzige taalgebruik uit de ‘New Kids’ succesfilms vindt schaamteloos een weg naar onze scholen, werkplekken en kantoren. Juist deze generatie zou zich er nu bewust van moeten worden om eens over de ethische aspecten van taal- en woordgebruik na te denken en deze ten goede te veranderen.

Het zou goed zijn om ons massaal te verzetten tegen het gebruik van diep kwetsende woorden en dit niet langer te tolereren. Vrijheid van meningsuiting is vooral een ethische kwestie en nooit bedoeld om in naam van vrijheid anderen woordelijk af te slachten, te beledigen of te kleineren. Het zou goed zijn een hernieuwde standaard van goed fatsoen en moraal in te voeren en in de dagelijkse praktijk te brengen. Schelden mag dan wel gericht zijn om uit de doeken te doen hoe je over iemand denkt , maar in alle gauwigheid wordt te vaak toevlucht genomen in uiterlijke kenmerken, geloofskenmerken of seksuele termen die erop gericht zijn om de persoon voor wie deze bedoeld zijn te vernederen of buiten de groep te sluiten waartoe de spreker hoort.

Scheldwoorden vormen vaak vermeende tekortkomingen van het slachtoffer maar zijn in deze dagen eerder een ethische en morele tekortkoming van degene die ze uit.

Daan Prevoo, Statenlid voor de SP
Dit artikel is vandaag verschenen in de Limburgse kranten.

U bent hier