SP Statenlid op stage bij Jeugdzorg
SP Statenlid op stage bij Jeugdzorg
In het kader van de week van de Jeugdzorg heeft SP Statenlid Linda Haex een dag meegedraaid met de jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg (BJZ) in Roermond. De jeugdreclassering begeleidt jeugdigen tussen de 12 en 18 jaar die met politie/justitie in aanraking zijn gekomen, bijvoorbeeld door diefstal, vernieling of geweld. In nauwe samenwerking met andere instanties worden voor de betreffende jongeren begeleidingsplannen gemaakt. Dit zijn op maat gesneden plannen met als doel: het voorkomen van herhaling. Maar hoe werkt zoiets in de dagelijkse praktijk? SP Statenlid Linda Haex doet verslag van een enerverende dag.
Het is 8:45 uur en ik sta bij de receptie van het Openbaar Ministerie (OM) aan de Looskade te Roermond. Ik ben in het Veiligheidshuis Midden-Limburg, waar verschillende partners in de keten van Jeugdzorg samenwerken. Peggy, jeugdreclasseerder van BJZ, vangt me op, geeft me een kop koffie en vertelt ondertussen wat er vanmorgen allemaal op het programma staat. We hebben nauwelijks tijd om kennis te maken want om 9:00 uur moet Peggy klaar zijn voor de dagelijkse briefing. Zittend op de grond, tussen allerlei papieren, is ze druk aan het bellen en schrijven, want ze moet de namen van de aangemelde jongeren natrekken.
In de dagelijkse briefing worden alle politiemeldingen van de vorige dag besproken. Peggy wil weten of er bekenden van BJZ bij zijn. Ik hoor ondertussen van twee medewerkers van het Veiligheidshuis dat Peggy bij hen kind aan huis is. Alle partners die betrokken zijn bij het Veiligheidshuis werken namelijk samen onder 1 dak en vormen zo een zogenaamde ‘netwerkorganisatie’. Die term klinkt me ietwat crimineel in de oren, maar later maak ik kennis met de andere zogeheten ketenpartners en zij zien er zeer betrouwbaar uit. Het zijn medewerkers van Politie, Openbaar Ministerie, Raad van de Kinderbescherming, de Leerplichtambtenaar, Bureau Halt en de William Schrikker Stichting (een voogdij instelling).
Na de briefing volgt direct een meer inhoudelijk overleg, een casusoverleg en het veel- en meerplegersoverleg jeugdigen. Ik sta versteld van de vele meldingen en van de inhoud daarvan. Een paar graffitispuiters, een jongen die een roofoverval heeft gepleegd of een vrouw die haar kleine dochtertje in brand heeft gestoken; voor dit werk moet je wel haast een rasoptimist zijn! Ik kan me voorstellen dat je soms de neiging krijgt om af te haken bij het horen van zoveel ellende. Maar in dit team lijkt het relativeringsvermogen goed op peil.
Alle situaties worden één voor één besproken. Via een digitaal systeem kan informatie opgeroepen worden en verschijnt een ordelijk ketendossier. Alle betrokkenen zien direct de stand van zaken en kunnen aangeven welke rol zij innemen. Er is veel diepgang en aan het einde worden de afspraken vastgelegd. In eerste instantie dacht ik dat er teveel mensen om tafel zaten, maar al snel werd mij duidelijk wat dit oplevert. De ketenpartners dragen samen verantwoordelijkheid, de lijntjes zijn kort en de keten is logisch en overzichtelijk. De aanpak is op elkaar afgestemd, er ligt veel nadruk op de zorg en hulpverlening die nodig is. Jongeren met problemen hoeven niet tussen wal en schip te vallen.
Ik luister met verbazing hoe goed men de jongeren en hun situaties kent en hoe betrokken men is. Wat me opvalt aan Peggy is dat zij enorm goed voorbereid is. Ze heeft veel parate kennis, ze komt bij mensen thuis, neemt deel aan diverse (wijk)overleggen en ze is daarbij ook goed op de hoogte van situaties van haar collega’s. Na het overleg staat voor mij een ding vast: Mensen maken hier de kwaliteit!
Nadat ik met de coördinator van het Veiligheidshuis heb gesproken over het nut en de doorontwikkeling van het huis, ga ik verder op pad met de Jeugdzorg. Voor het middagprogramma moet ik de stad door, naar de locatie van BJZ in de Mariagardestraat. Hier ontmoet ik andere jeugdzorgwerkers en krijg van Stef, teamleider/staffunctionaris, uitleg over de samenstelling van zijn teams, de werkwijze, de ontwikkelingen, de bezuinigingen, de werkdruk etc. Kortom over alles wat met kwaliteit van zorg te maken heeft.
In deze korte stage leer ik over vroegtijdig signaleren, over schoolverzuim (de voorloper van delict gedrag, zo blijkt uit onderzoek) over het coachen van gezinnen, het familie netwerkberaad en over openheid in de samenwerking. Over alles wat binnen de Jeugdzorg mogelijk is en een kans zou moeten krijgen. Aan de inzet van de werkers binnen de Jeugdzorg kan het niet liggen dat er problemen in deze sector bestaan. Wat mij namelijk het meest is bijgebleven van mijn bezoek is het enthousiasme, de betrokkenheid van de werkers bij de jongeren en de gedrevenheid om maatschappelijke problemen aan te pakken. Het hele land is in rep en roer wanneer er iets met een kind gebeurd en het is terecht dat we ons zorgen maken over hoe het met onze kinderen gaat. Maar laten we wel wezen: Jeugdzorg kan niet alle maatschappelijke problemen oplossen. En nee, ook geld lost niet alles op! Maar we mogen ons wel afvragen wat de politiek, wat wij met z’n allen over hebben voor de jeugd en voor een goedlopende Jeugdzorg.
Wat mij in politiek opzicht in ieder geval bezig houdt is het feit dat een goed project niet door de provincie wordt gesubsidieerd, omdat er geen cofinanciering met betreffende gemeente bereikt kan worden. Een ligt een goed plan, bedacht voor de wijk Donderberg, dat mogelijk ook als voorbeeld kan dienen voor veel andere wijken in Limburg. Ik weet wat mij te doen staat!
Voor mij was deze stagedag een geweldige ervaring en een bevestiging van wat de SP in haar rapport over de werkers in de Jeugdzorg schrijft. Een dag stage was natuurlijk veel te kort; ik had wel een week of nog langer willen meelopen. Door deze dag zijn meer vragen bij me opgekomen die ik gelukkig altijd kan en mag stellen aan mijn twee stagebegeleiders Peggy en Stef. Met dank aan jullie!
Tot slot: “familie duurt het langst” (gelezen bij BJZ op de kamer van Stef).