h

2. Ruimte en Wonen

De markt voor betaalbare huurwoningen staat steeds meer onder druk. Woningbouwcorporaties moeten grote bedragen afdragen aan het Rijk waardoor zij minder kunnen investeren. Delen van het sociale woningbezit zijn verkocht aan commerciële bedrijven of aan individuele kopers waardoor zij geen deel meer uitmaken van de (sociale) huurmarkt.

Inmiddels is er op steeds meer plaatsen een tekort ontstaan aan goede betaalbare woningen. Aan de andere kant vergrijst onze bevolking en is er, weliswaar in mindere mate dan voorspeld, sprake van krimp. Dat betekent dat een goede monitoring nodig is van de behoeften op de woningmarkt en
dat er voldoende ruimte moet zijn in de verschillende regio’s om maatwerk te leveren voor het type woningen waar dringend behoefte aan is om specifieke problemen op te lossen. Waar sprake is van vergrijzing en krimp dient afbouw van het woningbestand zorgvuldig te gebeuren en moet er extra aandacht zijn voor behoud van voorzieningen in de woonomgeving.

Dit wil de SP:

Ruimte

  • Bouwen doen we zo veel mogelijk in de stad en in de dorpskernen.
  • Er komen geen nieuwe bedrijventerreinen ten koste van groen en natuur.
  • Bestaande industrieterreinen worden gesaneerd voordat nieuwe worden aangewezen.
  • Limburgse natuurgebieden krijgen de hoogste mate van bescherming en waar nodig moeten zij worden uitgebreid en met elkaar verbonden zoals voorheen de bedoeling was in de Ecologische Hoofdstructuur, ook over landsgrenzen heen.
  • De provincie stimuleert en ondersteunt het vergroenen van binnensteden en een betere waterberging.

Wonen

  • Afbouw van het aantal woningen als gevolg van afname van de bevolking gebeurt zorgvuldig.
  • In sommige segmenten (betaalbare huurwoningen, ‘middenhuur’ en sociale woningbouw) dreigen of zijn er al tekorten. De provincie stuurt via woningmarktbeleid samen met de gemeenten actief op toevoeging in segmenten waar tekorten dreigen of al bestaan.
  • Ook in kleinere gemeenten komen er, in verhouding, voldoende sociale woningen.
  • We zetten ons in om slechte woningen uit de markt te halen. Daarmee creëren we ruimte voor kwalitatief goede, betaalbare nieuwbouw.
  • We onderzoeken of we mensen kunnen helpen die buiten hun eigen schuld ‘vastzitten’ in hun woning, bijvoorbeeld omdat die woning de afgelopen jaren sterk in waarde is gedaald (bijvoorbeeld met de BeterLevenHypotheek die ontwikkeld wordt in Parkstad Limburg).
  • De huidige regionale afspraken rondom woningbouwprogrammering zijn in sommige delen van de provincie te rigide. De provincie biedt gemeenten meer ruimte om op de lokale woonbehoefte te kunnen inspelen, zowel kwantitatief als kwalitatief.
  • De regeling ‘Duurzaam Thuis’ die zowel kopers als huurders helpt hun huis te verduurzamen en levensloopbestendig te maken, wordt gecontinueerd en uitgebreid.
  • We bouwen energie neutrale duurzame woningen van goede kwaliteit. Ook mensen met weinig geld hebben recht op een goede, duurzame en betaalbare woning zonder dat zij op kosten worden gejaagd. Ook in de woningbouw moet er sprake zijn van klimaatrechtvaardigheid.

VERBOD OP ASBESTDAKEN IN 2024

Per jaar sterven er in ons land 500 mensen aan de gevolgen van longvlieskanker. Deze ongeneeslijke ziekte wordt alleen veroorzaakt door het inademen van asbestvezels. Elke blootstelling aan asbest, hoe kort ook, levert het risico van longvlieskanker op. Asbest is nog overal in de samenleving aanwezig. Vooral in daken van asbestcement. Het gebruik van asbestdaken is sinds 1993 verboden.

Door de blootstelling aan de buitenlucht verweren de asbestdaken en komt het gevaarlijke asbest vrij in de omgeving. Daarom heeft de regering in 2014 een verbod op asbestdaken aangekondigd met ingang van 1 januari 2024. Het ziet ernaar uit dat die datum binnenkort wettelijk zal worden vastgesteld. Limburg telt nog ruim 9 miljoen vierkante meter aan asbestdaken voornamelijk gelegen op bedrijfsgebouwen in de agrarische sector. Maar ook op daken van huizen en schuurtjes. Het opruimen van die daken, het saneren, is vaak kostbaar. Veel eigenaren van asbestdaken komen daardoor in de problemen.

Dit wil de SP:

  • De SP wil dat de provincie deze eigenaren financieel tegemoetkomt en bij de landelijke overheid aandringt dat ook zij hieraan bijdraagt. De overheid draagt een zware verantwoordelijkheid. Het gebruik van asbest is tot 1994 gewoon toegestaan, terwijl men wist dat asbest in alle toepassingen levensgevaarlijk is.
  • Ook de asbestcementindustrie, met Eternit als belangrijkste partij, is aansprakelijk en moet bijdragen aan de kosten van asbestsanering.

ARBEIDSMIGRATIE EN HUISVESTING

Werkgevers roepen dat we buitenlandse arbeiders moeten werven vanwege een ‘te krappe’ arbeidsmarkt. Er staan echter op dit moment in Limburg nog steeds duizenden en duizenden werknemers aan de kant. Daar is nog een wereld te winnen. In wezen gaat dit om een economisch vraagstuk. Waarom nog meer logistieke bedrijven werven in (Noord-)Limburg als deze draaiend gehouden ‘moeten’ worden met arbeidsmigranten? Arbeidsmigratie, terwijl er nog veel Limburgse werknemers werkloos zijn, leidt hoogstens tot neerwaartse druk op de lonen en hogere winsten voor
werkgevers en uitzendbureaus. De gevolgen, zoals huisvesting van deze meestal Oost-Europese arbeiders, komt op het bordje van de samenleving.

Dit wil de SP:

  • Gelijk loon voor gelijk werk en geen oneerlijke concurrentie. Lonen, arbeidsvoorwaarden en sociale premies voor arbeidsmigranten mogen niet lager zijn dan voor Nederlanders.
  • Heel veel Limburgers staan aan de zijlijn. Er wordt meer geïnvesteerd om werkloze mensen die hier wonen naar werk of meer uren te begeleiden.
  • Er wordt discussie gevoerd over welke bedrijven we voor welke plekken in Limburg werven, waarbij ook gekeken wordt naar arbeidspotentieel in de regio.
  • Waar nodig moeten zo snel mogelijk (sociale) woningen bijgebouwd worden. Door een ernstig tekort aan betaalbare woningen in regio’s met veel arbeidsmigranten ontstaan onnodige tegenstellingen tussen Limburgse woningzoekenden en arbeidsmigranten.
  • Verdienmodellen, zoals de koppeling van huisvesting aan het bedrijf of aan het uitzendbureau, worden tegengegaan. Arbeidsmigranten worden niet op elkaar gestapeld in panden, op industrieterreinen en zogenaamde Polenflats.
  • Gemeenten krijgen ruimte om te zorgen voor gespreide huisvesting van arbeidsmigranten, bijvoorbeeld door een maximum aantal per woning, per straat of per buurt.
  • Werkgevers worden verplicht om arbeidsmigranten de Nederlandse taal te laten leren.
  • Waar regels gesteld worden moeten deze ook daadwerkelijk gehandhaafd worden.

MIJNSCHADE

In de Oostelijke Mijnstreek komt sinds enkele jaren opnieuw mijnschade voor omdat in tegenstelling tot vroeger de aardbodem nu omhoogkomt. Dit is een gevolg van het stijgende mijnwater in de vroegere mijngangen en in de aardlagen. Dat mijnwater wordt sinds 1994 niet meer weggepompt
en drukt dus de aardbodem omhoog, waardoor huizen en gebouwen scheuren. De schade voor bewoners die dit treft is groot en niet verhaalbaar op derden. Een Noodfonds, het zogenaamde Calamiteitenfonds, kan in noodgevallen voorzieningen treffen aan de woning waardoor verdere verzakking gestopt wordt. Dat is echter nog geen oplossing voor de totale schade.

Dit wil de SP:

  • Er komt een algehele regeling voor de Limburgse mijnschade. Er moet een apart fonds komen voor Limburg waar iedereen met mijnschade zich kan melden en van waaruit de kosten van herstel van de mijnschade worden vergoed. Het rijk financiert dit fonds.
  • Waar mogelijk wordt het schadebedrag verhaald op de voormalige mijnexploitanten of hun rechtsopvolgers.
  • De overheid doet geen beroep meer op verjaring van deze mijnschade.
  • Zolang er geen definitieve regeling is blijft het reeds bestaande Calamiteitenfonds Mijn(water)schade bestaan. Rijk, provincie en gemeenten zorgen ervoor dat het fonds over voldoende financiële middelen beschikt om in noodgevallen herstel van de mijnschade te kunnen financieren.

U bent hier